Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [14]De kinderen van Ladan waren [dezen]: Jehiel, het [15]hoofd, en Zetham, en Joel; drie. 14. Dat is, de nakomelingen, die ten tijde Davids geleefd hebben en hoofden huns geslachts geweest zijn. Aldus wordt ook het woord kinderen genomen, vs.9. 15. Dat is, de voornaamste. En zo voortaan.